Ga naar belangrijkste inhoud.

Interview met Caro Bridts met oog op feest 21 jaar deLink  

Interview met Caro Bridts met oog op feest 21 jaar deLink  

Ambassadeur Caro Bridts, werkte 14 jaar als opgeleide ervaringsdeskundige bij Samenlevingsopbouw. In 2017 ging ze aan de slag bij Welzijnszorg/Welzijnschakels. Sinds 2013 werkt ze in de UCL waar ze samen met een aantal docenten les- en hoorcolleges geeft.

Caro Bridts - Opgeleide ervaringsdeskundige bij deLink
Caro Bridts, opgeleide ervaringsdeskundige bij deLink

“Ga in gesprek met mensen ongeacht wie ze zijn of wat hun achtergrond is. Leer ze kennen als mens. Op die manier kan je vele vooroordelen langs beide kanten doorbreken.” 

Sinds wanneer werk je met/ken je de methodiek?

Caro: Ik volgde de opleiding in 1999 en werk als ervaringsdeskundige bij Samenlevingsopbouw Brussel sinds februari 2003. 

Hoe kijk je aan tegen deze methodiek?

Caro: De methodiek maakt het mogelijk om in organisaties en beleid de individuele en maatschappelijk mechanismen die armoede bestendigen en veroorzaken, bloot te leggen en bespreekbaar te maken.

De opgeleide ervaringsdeskundigen herkennen de kloven die er zijn tussen de wereld van de armen en de niet-armen en kunnen ze zichtbaar maken en duiden. Deze kennis delen is een meerwaarde voor alle partijen, dus ook voor de samenleving.  

Wat is de link met je eigen leven?

Caro: Ik ben zelf opgegroeid in armoede en heb van kind af aan altijd tegen mezelf gezegd: “Alles wat ik heb moeten meemaken, mag niet voor niets zijn”. Meerdere hulpverleners begrepen me niet en ik hen niet. Ze bleken niet te verstaan wat het betekent voor mensen om in overlevingsmodus te moeten leven.

Ik heb het ‘grote’ geluk gehad om een aantal hulpverleners te ontmoeten die het wel begrepen. Maar dit mag niet van geluk afhangen. Iedereen heeft daar recht op.

Waar zag je deze methodiek toegepast?

Caro: Er was in eerste instantie het armoededecreet van Mieke Vogels waarin de mensen in armoedesituaties een stem kregen. De opleiding tot ervaringsdeskundige kreeg in dit decreet haar erkenning.

De mensen moesten betrokken worden op alle niveaus en dus ook in het beleid. Er ontstond het Vlaams Actieplan Armoede dat werd opgemaakt met de ervaringsdeskundigen en anders opgeleiden.

Zij konden hun aanbevelingen doen in het Horizontaal Overleg op alle levensdomeinen. En zo kwam er een echte participatie. Iedereen hoopte dat men de armoedeproblematiek echt ernstig zou nemen.  

Ik ben er vol hoop aan begonnen. Ik deelde mijn ervaringen en groeiende kennis van de leefsituatie van mensen in armoede. Ik deed dat in mijn eigen organisatie, in vormingen voor allerlei organisaties, in scholen voor directies, leerkrachten en leerlingen, in het beleid. Alleen moet ik vandaag vaststellen dat de armoede alleen maar is toegenomen. Er zijn daar natuurlijk meerdere oorzaken voor, zoals de economische crisis en de toenemende vluchtelingencrisis.  

Maar ik vraag me af of we niet ergens zijn blijven hangen in de poging om mensen in armoede te laten participeren. Zijn we onze rol om het beleid te beïnvloeden niet wat uit het oog verloren? Er is geïnvesteerd in het versterken van mensen in projecten en werkgroepen. Ik heb veel mensen zien groeien zodat ze hun eigenwaarde vonden.

Natuurlijk is dat noodzakelijk, want zo kunnen mensen eigen keuzes maken. Maar om dat te kunnen doen zijn er ook structurele oplossingen nodig op het vlak van huisvesting, werk, inkomen, onderwijs. Anders verandert er niets of weinig aan de levenssituatie van mensen om hun eigen keuzes te realiseren. Ik mis nog steeds organisaties die echt hun nek durven uitsteken in het belang van mensen in armoedesituaties.

Ik heb op alle mogelijke manieren, op zeer diverse fora en niveaus geprobeerd om mijn inzichten, analyses, kijk, gevoelens te brengen vanuit het belang van de mensen in armoede. Maar ik bots steeds op dezelfde muren en krijg steeds dezelfde reacties: “Je hebt gelijk, maar daar kan je niet aan”, “Je hebt gelijk, maar wie ben ik om daarin iets te doen, ik kan er toch niets aan veranderen”.  

Ik heb ondertussen driemaal een burn-out gehad omdat ik steeds met mijn eigen geweten in conflict kwam. Waar ben ik mee bezig, kan en wil ik nog wel meegaan in dergelijke systemen? Telkens opnieuw zijn het de mensen in armoede zelf die me de kracht gaven om terug op te staan.  

Maar er zijn ook een paar andere lichtpuntjes die me kracht geven, zoals de samenwerking met de Sociaal Hogeschool in Heverlee. In een ontmoeting met docente Hilde Bloemen kwamen we op het idee om samen in tandem les te geven, net zoals in de opleiding van deLink. We kregen groen licht van de Hogeschool en van Welzijnszorg en we begonnen eraan.

Het doel was deze jonge studenten te laten kennismaken met het beroep van ervaringsdeskundigen, hen te laten ervaren dat samenwerken en kennis delen een meerwaarde is, hen te laten ervaren wat het betekent om te moeten overleven in armoedesituaties.  

Ondertussen zijn we zeven jaar verder en we hebben heel wat watertjes doorzwommen met ups en downs, vele gesprekken gevoerd, en overleg gepleegd. Het resultaat is dat steeds meer collega’s docenten samen in tandem les willen geven. We krijgen uitnodigingen om workshops en lessen te geven.

In Vlaanderen zijn er nu ook andere hogescholen die geïnteresseerd zijn in onze aanpak. Van daaruit stappen we mee in een project met deLink en hopen op deze manier dit verder te kunnen uitbouwen.  

Welke moeilijkheden kwam je tegen?

Caro: Het is lastig steeds te moeten opboksen tegen structuren, leidinggevenden, besturen van organisaties en een beleid dat armoede niet als een prioriteit ziet.

Wat zou u meegeven aan mensen die de methodiek niet kennen?

Caro: Ga in gesprek met mensen ongeacht wie ze zijn of wat hun achtergrond is. Leer ze kennen als mens. Op die manier kan je vele vooroordelen langs beide kanten doorbreken.  

In dialoog treden vraagt tijd maar is heel belangrijk om de leefwerelden dichter bij elkaar te brengen. Ervaringsdeskundigen zijn mensen die pijnlijke ervaringen hebben opgedaan in hun leven. Zij kunnen als geen ander betekenis geven over hoe uitsluiting op al die terreinen aanvoelt en wat de effecten ervan zijn op heel het latere leven.  

Zoals in elk ander beroep hebben ervaringsdeskundigen een opleiding gevolgd. Ervaringsdeskundigen zijn dus collega’s op de werkvloer. Behandel en benader ze als gelijkwaardige collega’s.  

Aan leidinggevenden en besturen vraag ik dat ze ervaringsdeskundigen kansen geven om door te groeien in organisaties net als alle andere collega’s want ook zij doen ervaringen en kennis op tijdens hun werkjaren die hen in staat stellen om andere functies aan te pakken.  

 


Wat is het Link Effect?

Het Link Effect staat gelijk aan meer wederzijds begrip, inzicht, kennis, samenwerking, … tussen mensen in armoede en de samenleving. Dit Link Effect bereiken we door de inzet van ervaringsdeskundigheid als methodiek in armoedebestrijding.

Lees hier enkele ervaringen.

Hoe ervaren wij het om als opgeleide ervaringsdeskundige te werken?

“Je kan veel over armoede lezen, een hele bibliotheek vol als het moet. Maar al die onderzoeken raken nooit de kern van de binnenkant van mensen die heel hun leven uitgesloten zijn.”

Carry en Aaron - Opgeleide ervaringsdeskundigen
Mieja Engelen - Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin - Interview De Link

“Wil je armoede bestrijden? Dan moet je in de probleemdefiniëring mensen die armoede kennen, laten meespreken.”

Mieja Engelen