Ga naar belangrijkste inhoud.

Interview met Carry en Aaron – “Hoe ervaren wij het om als opgeleide ervaringsdeskundige te werken?”

Interview met Carry en Aaron – “Hoe ervaren wij het om als opgeleide ervaringsdeskundige te werken?”

“Je kan veel over armoede lezen, een hele bibliotheek vol als het moet. Maar al die onderzoeken raken nooit de kern van de binnenkant van mensen die heel hun leven uitgesloten zijn.”

Aaron en Carry volgden de opleiding tot ervaringsdeskundige in armoede en sociale uitsluiting. We brachten hen samen en genoten van een intens gesprek over hoe het begon en nog steeds doorgaat 21 jaar later.

Hoe ervaren wij het om als opgeleide ervaringsdeskundige te werken?

Interview met Aaron, een opgeleide ervaringsdeskundige

Hoe kwam je ertoe om de opleiding te volgen?

Aaron: Ik studeerde in 2011 af bij deLink. Ondertussen heb ik al meerdere jaren gewerkt als opgeleide ervaringsdeskundige.

Destijds werkte ik bij ‘Kind en Gezin’ als niet-opgeleide ervaringsdeskundige. In die job hadden ze als voorwaarde dat we de opleiding van deLink moesten volgen. Maar ik had al een diploma ‘Assistent in de psychologie’ en ik vond dat genoeg om op het werkveld te staan.

De opgeleide ervaringsdeskundige, die mee de sollicitatie deed, zei dat deze opleiding iets totaal anders was. Deze opleiding dient – zo zei hij – om de trauma’s van je verleden te verwerken, om dingen een plaats te kunnen geven. Dan dacht ik van ja oké. Ik wil dit wel proberen 

“De manier van lesgeven, is bij deLink helemaal anders. Je vertrekt vanuit je eigen ervaringen en daarop bouwen ze verder. In de opleiding ‘Assistent in de psychologie’ zagen wij die begrippen ook, maar daar werd dat niet verbonden met ons eigen leven.”

Wat was het verschil met je vorige opleidingen?

Aaron: Ik merkte dat de manier van lesgeven helemaal anders was. En dat het enorm bij mij aansloot. Je vertrekt vanuit je eigen ervaringen en daarop bouwen ze verder.

Neem nu de ‘hechtingstheorie’. Ze vertrokken van vragen zoals: hoe is de relatie met je ouders of met andere belangrijke figuren in jouw leven? En dan gingen we daarmee aan de slag. Pas daarna bekeken we de theorie. En zo kon je gemakkelijk voor die verschillende begrippen uit die theorie heel concrete voorbeelden uit je eigen leven vinden.

In de opleiding ‘Assistent in de psychologie’ zagen wij die begrippen ook, maar daar werd dat niet verbonden met ons eigen leven. Daar gaven ze voorbeelden die je in de ‘Libelle’ of de ‘Flair’ vindt.

In deLink moest je de begrippen en theorieën verbinden met je eigen leven. Dat doet wel iets met jou. Aha! Daarom doe ik zo, ben ik een gefrustreerd iemand. Of daarom word ik zo snel chagrijnig of boos op de wereld. Dus ja, het overtrof mijn verwachtingen. Het is echt een fantastische opleiding. En ik was eigenlijk heel content dat ik die stap had gezet. Het sloot enorm aan bij wat ik nodig had. Daar kon ik aan de slag met mijn verleden. 

Dat was daar opleiding en therapie in één?

Aaron: Zo kan je het benoemen. Tot hiertoe was dat bij mij niet gelukt met al die therapeuten. Hoe onderlegd ze ook waren in hun vak, ze nodigden mij niet uit om na te denken, om te reflecteren. In een therapie is dat 1 uur tot hooguit 2 uur per maand en dan ben je er een hele maand vanaf. Je wordt ook niet uitgedaagd of uitgenodigd om daar mee aan de slag te gaan.

Bij deLink heb je 3x per week les en krijg je taken mee naar huis. Je blijft er mee bezig. En had je eens een mindere dag omdat je emotioneel was, of omdat je er met je hoofd niet bij was, dan was dat toch oké. Je kon even weglopen. Je eigen proces op maat werd je gegund. Ik denk dat iedereen in zijn eigen tempo zijn proces heeft kunnen doorlopen. En ik heb het eigenlijk best moeilijk gehad op verschillende momenten.

Vanaf het moment dat je een aantal lessen mist, ben je een stuk van het groepsproces kwijt. Ook dat is een verschil met de gewone therapie. Het is óók een groepsproces waarin groepsleden je helpen.

In de reguliere opleiding mis je het theoretische kader dat je nodig hebt om een aantal dingen te kunnen duiden bij jezelf. Naar een therapeut kan je gemakkelijk jaren aan een stuk gaan en daar zogezegd diepe gesprekken hebben, maar die je uiteindelijk niet fundamenteel raken. Bij deLink was dat niet zo.  

“Je kan veel over armoede lezen, een hele bibliotheek vol als het moet. Maar al die onderzoeken raken nooit de kern van de binnenkant van mensen die heel hun leven uitgesloten zijn.”

In de opleiding werken ze met een opgeleide ervaringsdeskundige naast een anders opgeleide. Is een opgeleide ervaringsdeskundige noodzakelijke voor deze opleiding?

Aaron: Ik ben er zeker van dat de opleiding niet dezelfde waarde zou hebben, indien er alleen een ‘klassiek’ opgeleide voor de groep zou staan. In mijn opleiding tot psychologisch assistent had ik dezelfde theorieën over communicatie, systeembenadering, contextuele theorie gezien als in deLink. De opgeleide ervaringsdeskundige heeft een totaal andere kijk en dat maakt alles anders.

Een klassiek opgeleide duidt een aantal zaken over armoede vanuit zijn kennis. Maar de opgeleide ervaringsdeskundige is veel meer tothepoint en slaagt erin om de vinger op de juiste plek te leggen. Het is normaal dat klassiek opgeleiden dat fingerspitzengevoel niet hebben omdat die zo niet zijn opgegroeid.

Opgeleide ervaringsdeskundigen zijn in armoede opgegroeid en staan in het leven. Je kan veel over armoede lezen, een hele bibliotheek vol als het moet. Maar al die onderzoeken raken nooit de kern van de binnenkant van mensen die heel hun leven uitgesloten zijn. 

Wat is de return voor jezelf?

Aaron: DeLink bracht een kentering in mijn leven. Is mijn leven gemakkelijker geworden? Nee. Gelukkig ook niet moeilijker. DeLink heeft mij er doen bij stilstaan dat ikzelf ook de sleutel ben om met mijzelf aan de slag te gaan.

Heel veel dingen hebben een betekenis, niet voor de anderen maar voor mijzelf. ‘Wat betekent dat, dat ik zo vlug op mijn tenen ben getrapt?’ Het is niet dat andere therapeuten dat nooit hebben gezegd. Maar ze hebben mij gewoon gezegd: het is omdat dit of omdat dat.

Bij deLink is dat echt vanuit mijzelf gekomen. Ik heb mijzelf ontdekt. Er heeft niemand woorden in mijn mond gelegd. Er heeft niemand gezegd van hoe dat ik mij moest voelen, hoe dat ik moest denken. Er zijn nog periodes dat ik het echt niet gemakkelijk heb. Maar ik durf en ik kan ondertussen ook naar mezelf kijken.

Ik heb tools in mijn handen gekregen om naar mezelf te kijken. Ik leerde baas te zijn over mijn emoties en er niet langer door overmand te worden.  

In de opleiding leer je je ervaring deskundig in te zetten in het werkveld.  

Aaron en Carry, over hun ervaringen op het werkveld

Aaron, wat doe je als opgeleide ervaringsdeskundige op je werkplaats?  

Aaron: Ik werkte sinds 2005 op drie verschillende plaatsen. In Kind & Gezin tijdens de opleiding, daarna in het OCMW en ondertussen 4,5 jaar bij het Onderwijscentrum Brussel. Dit is een deel van de ‘Vlaamse Gemeenschapscommissie’. Wij ondersteunen de Nederlandstalige kleuterscholen, lager en secundair in het uitvoeren van hun taken. We werken daar met 100 werknemers. We gaan in op vragen van scholen. Ik geef input over armoede aan onderwijsondersteuners. Als de scholen een vraag hebben over armoede, dan gaan wij daar in duo naar toe. In die 4,5 jaar kregen we welgeteld 2 vragen terwijl zowat elke school met armoede wordt geconfronteerd.  

Hoe komt dat?   

Aaron: Wat meespeelt is het feit dat armoede ‘een huis-, tuin- en keukenthema’ is, een thema waarover iedereen wel een mening heeft. Flair schrijft over armoede. Er zijn uitzendingen op de televisie. Mensen hebben een idee over wat armoede is en hoe ze er moeten mee omgaan. Ze hebben niet de behoefte om verder te zoeken naar wat het betekent om in armoede te moeten leven. Ze stellen geen vragen aan een ervaringsdeskundige.

Bij collega’s, die de waarde van de tussenkomst van een ervaringsdeskundige ervaren hebben, ligt dat gelukkig anders. Zij vragen in werkgroepen hoe ik kijk naar armoede en waarom mensen in armoede leven.  

Er speelt ook een ander element mee. Ik merk dat de interventies van ervaringsdeskundigen pas waarde krijgen voor de collega’s wanneer ze die idee horen van een ‘autoriteit’. Op vergaderingen leg ik verbanden, geef ik inzichten in uitsluitingsmechanismen. Meestal worden die ter zijde geschoven. Men zegt dan: ‘Ja, dat is interessant’. Daar blijft het bij. Het wordt niet meegenomen als een nieuw verklaringselement en men gaat gewoon verder in dezelfde richting dan daarvoor.

Het is pas als men datzelfde leest in het boek van Kris Van den Brande, Peter Adriaenssen of Dirk De Wachter dat dit inzicht dat ik voordien al naar voor bracht, telt. Dat is heel frustrerend, je wordt niet gehoord en niet erkend.  

Carry, ervaar jij dat ook?  

Carry: Ik volg studiedagen waarin een ervaringsdeskundige naast een andere deskundige in duo optreedt. Je ziet dat de ervaringsdeskundige vaak wordt herleid tot het vertellen van een eigen ervaring, als illustratiemateriaal. We worden herleid tot een instructiepapiertje dat je vindt bij een kast van Ikea waarin uitgelegd staat hoe je een kast in elkaar moet steken. Op die manier zijn we alleen een ‘aanvulling’ en dus absoluut niet gelijkwaardig.  

Ik wil nog een ander voorbeeld geven vanuit deLink. Luk, een klassiek opgeleide, werkt al jaren samen met Celina, de eerste ervaringsdeskundige. In die jaren had hij veel van haar geleerd. Vanuit zijn studies zag Luk dat wat Celina duidde, zaken waren die Paolo Freire ook ontdekt had. En sindsdien, als Celina zaken bijbracht zei Luk: “Dat is Freire.” Ik werd daar heel kwaad van. Ik zei: “Stop met die Freire. We hebben het hier uitgevonden. Wij kennen Freire niet. Celina kent Freire niet. En door wat jij zegt, worden de interventies van Celina gewoon aan de kant gezet.”  

En er is nog een ander element dat meespeelt in die ongelijkwaardige verhouding en dat vloeit voort uit het voorgaande. Ik merk dat wij nog te veel afhankelijk zijn van de mensen die met ons werken. Als zij de inzichten die wij brengen niet mee naar buiten brengen, dan worden wij nooit gezien. We hebben anderen nodig als spreekbuis. Ik zie al jaren dat zij boeken schrijven, speechen geven met de informatie die ze van ons krijgen zonder te benoemen waar ze die vandaan gehaald hebben.

Als ervaringsdeskundige ben je afhankelijk van de goodwill van je collega’s. Er zijn er maar weinig die vertellen waar ze hun informatie halen. Meestal pakken zij uit met onze inzichten.  

“We worden als ervaringsdeskundige herleid tot een instructiepapiertje dat je vindt bij een kast van Ikea waarin uitgelegd staat hoe je een kast in elkaar moet steken. Op die manier zijn we alleen een ‘aanvulling’ en dus absoluut niet gelijkwaardig.”

Aaron, wat is essentieel in uw functie als ervaringsdeskundige?  

Aaron: De ervaringsdeskundige stelt vragen die de mensen in beweging zet, die mensen uitnodigt om anders te kijken naar uitsluiting. En meestal zijn dat lastige vragen. Wij zijn de luis in de pels. Vele collega’s hebben het daar zeer moeilijk mee. Ze willen blijkbaar gelijk hebben en staan daarom niet open voor nieuwe betekenissen.  

Aaron, wat vind je het belangrijkste voor jou als ervaringsdeskundige: mensen anders doen kijken naar armoede of erkenning krijgen voor wie je bent en de meerwaarde die je realiseert?  

Ik heb me dat lang afgevraagd. Momenteel vind ik het belangrijkste dat mensen worden uitgenodigd om dieper te reflecteren op armoede, op hun handelen, op zichzelf. Dat houdt in dat ik die erkenning niet zelf krijg voor de meerwaarde die ik realiseer. 

En jij Carry?  

Carry: Bij mij is dat met de tijd veranderd. Ik heb ook heel lang gedacht dat het voldoende was dat anderen onze ideeën oppikken en er iets mee doen voor mensen in armoede. Maar na verloop van tijd is die erkenning van mezelf belangrijker geworden. Als mensen in armoede de erkenning niet krijgen dat ze iets betekenen in de maatschappij, blijven ze in die onderpositie zitten. Dan blijven ze hopeloze gevallen, die afgeschreven zijn door en voor de samenleving.

Als de samenleving beseft dat er bij mensen in armoede capaciteiten en belangrijke kennis zitten die ze niet kunnen zien, maar die er wel zijn en dat de anders opgeleide daar gebruik kunnen van maken, dan gaat mens anders naar hen kijken. De kans wordt dan groter dat er meer in hen geïnvesteerd wordt. Op die manier kunnen mensen in de armoede hun kennis die ze bezitten, ontwikkelen en zelf naar voor brengen. Dan worden zij erkend als gelijkwaardige burger, wat een recht is.

“Ik denk dat de opgeleide ervaringsdeskundigen het bewijs zijn van die capaciteiten en van die speciale kennis die in de mensen in armoede verscholen zitten. Daarom is het belangrijk dat al diegenen die informatie van ervaringsdeskundigen of mensen in armoede krijgen, dat ook zo benoemen.”

Aaron

Wat mij daarin opvalt is de parallel tussen mensen in armoede, ervaringsdeskundigen op het werkveld en deLink. Mensen in armoede worden uitgesloten op alle mogelijke vlakken. Ervaringsdeskundigen worden niet gehoord of erkend in hun meerwaarde. DeLink wordt na 21 jaar nog steeds niet structureel erkend door het beleid terwijl dezelfde organisatie in Europa bejubeld wordt. Dat is toch waanzin.  


Wat is het Link Effect?

Het Link Effect staat gelijk aan meer wederzijds begrip, inzicht, kennis, samenwerking, … tussen mensen in armoede en de samenleving. Dit Link Effect bereiken we door de inzet van ervaringsdeskundigheid als methodiek in armoedebestrijding.

Lees hier enkele ervaringen.

Hoe ervaren wij het om als opgeleide ervaringsdeskundige te werken?

“Je kan veel over armoede lezen, een hele bibliotheek vol als het moet. Maar al die onderzoeken raken nooit de kern van de binnenkant van mensen die heel hun leven uitgesloten zijn.”

Carry en Aaron - Opgeleide ervaringsdeskundigen
Mieja Engelen - Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin - Interview De Link

“Wil je armoede bestrijden? Dan moet je in de probleemdefiniëring mensen die armoede kennen, laten meespreken.”

Mieja Engelen