Ga naar belangrijkste inhoud.

Interview met Tine Van Regenmortel – “Een leven lang onderzoek naar ervaringsdeskundigheid”

Interview met Tine Van Regenmortel – “Een leven lang onderzoek naar ervaringsdeskundigheid”

Een gesprek met Tine Van Regenmortel die al bijna 30 jaar bezig is met onderzoek naar ervaringsdeskundigheid en ervaringskennis, eerst over ervaringsdeskundigheid in armoede in België en later ook in de Geestelijke Gezondheidszorg in Nederland.

Tine Van Regenmortel doet al 30 jaar onderzoek naar ervaringsdeskundigheid. Ze kadert, vat samen en doet aanbevelingen aan organisaties en beleid, gestoeld op haar jarenlange ervaring. 

“Voor de opgeleide ervaringsdeskundigen is er op vlak van beleid een heel belangrijke rol weggelegd. Veel van de huidige maatregelen vertrekken vanuit blaming the victim.

Ervaringsdeskundigen kunnen dit ‘onschuldigen’ omdat ze de andere kant kennen en kunnen duiden hoe het komt dat mensen in armoede tot bepaalde overlevingsstrategieën komen.”

We kunnen je als moeder-onderzoekster beschouwen in deze materie. Wat maakt dat je zo getriggerd bent door deze methodiek?   

Na mijn opleiding als psychologe ben ik in het project ‘Beschut Wonen’ beland. Daar werd ik gedurende 2 jaar geconfronteerd met armoede en sociale uitsluiting. Het was een confrontatie met heel moeilijke en complexe situaties. Dat heeft bij mij enorme bewondering bijgebracht voor de mensen die in armoede zitten.  Mensen die ondanks wat ze meemaken zoveel kracht hebben, blijven proberen, en daar bovenop ook kansen geven aan de hulpverleners.

Wat mij vaak ergerde was de kwetsende en vernederende reactie van de omgeving op deze mensen. Die omgeving spreekt de mensen die in problemen zitten niet aan, maar wel de hulpverleners. Ook voor deze ‘eerstelijnswerkers’ heb ik enorme bewondering gekregen.  

Na die ervaringen ben ik terecht gekomen in het wetenschappelijk onderzoek. Een belangrijk actieonderzoeksproject met het HIVA (Onderzoeksinstituut voor Arbeid en Samenleving, KULeuven) was het project ‘Maatzorg’ waarvoor het OCMW van Genk ons ingehuurd had. De werkers constateerden dat mensen terugkwamen, eerst de ouders die in armoede leefden, dan de kinderen en dan de kleinkinderen. In die tijd noemden ze dat ‘totter gezinnen’.

“Wat mij vaak ergerde was de kwetsende en vernederende reactie van de omgeving op deze mensen.”

Hoe ben je in contact gekomen met de pioniers van de methodiek van ervaringsdeskundigen in de armoedebestrijding in Vlaanderen?

Vanuit het Maatzorg project namen we deel aan het de voorbereiding van het ‘Algemeen Verslag van de Armoede’(X) in de beginjaren 1990. Het was een initiatief van de regering (Dehaene2) die de nood aanvoelde om de mensen in armoede zelf te betrekken om het armoedevraagstuk aan te pakken.

In die twee jaar durende voorbereiding werd er niet over hen gepraat, maar er werd naar hen en hun perspectief geluisterd. Men kwam los van het ‘schulddenken’, dat mensen in armoede schuld hadden aan hun armoede. Het gaat over ‘structurele uitsluitingsmechanismen’ in de samenleving die mensen in de armoede duwt.

Sindsdien waren er verschillende ministers die in hun beleidsbrieven het belang van ‘empowerment’ en het belang van ervaringsdeskundigen in de strijd tegen armoede naar voor schoven. Vanuit dit politiek klimaat kreeg ook de wetenschap de kans om dit te onderzoeken en te ondersteunen.

Binnen dit kader kan je de eerste contacten met de pioniers situeren. In de voorbereiding van het Algemeen Verslag van de Armoede zaten we samen met de Cirkel, de voorloper van deLink, in dezelfde werkgroep rond OCMW en hulpverlening. Vanuit dit contact zijn we gestart met het eerste actieonderzoek in De Cirkel over de meerwaarde van de ervaringsdeskundigen.    

Later volgde het onderzoek naar de tewerkstellingsmogelijkheden van ervaringsdeskundigen, de visie, de voorwaarden, de kansen en risico’s voor de organisatie. Door dit onderzoek beseften we dat het niet evident is om deze methodiek te introduceren, dat er veel weerstand tegen is en dat er heel wat voorwaarden zijn om in de organisatie mensen in de armoede zelf te schakelen. 

 


Wat is het Link Effect?

Het Link Effect staat gelijk aan meer wederzijds begrip, inzicht, kennis, samenwerking, … tussen mensen in armoede en de samenleving. Dit Link Effect bereiken we door de inzet van ervaringsdeskundigheid als methodiek in armoedebestrijding.

Lees hier enkele ervaringen.

Hoe ervaren wij het om als opgeleide ervaringsdeskundige te werken?

“Je kan veel over armoede lezen, een hele bibliotheek vol als het moet. Maar al die onderzoeken raken nooit de kern van de binnenkant van mensen die heel hun leven uitgesloten zijn.”

Carry en Aaron - Opgeleide ervaringsdeskundigen
Mieja Engelen - Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin - Interview De Link

“Wil je armoede bestrijden? Dan moet je in de probleemdefiniëring mensen die armoede kennen, laten meespreken.”

Mieja Engelen